Bij Noorwegen denk je al snel aan de Vikingen. Hoe de Noormannen met enorme schepen op pad gingen om te plunderen. Wie kent de verhalen niet? Vroeger was ik gefascineerd door de Noordse mythologie waarin Odin en Freyja heersten over Walhalla. Oslo wilde ik altijd al eens bezoeken. Scandinavië vind ik sowieso een mooie regio; erg schoon en met een prachtige natuur. Daarnaast heeft het een rijke historie en cultuur. Eerder heb ik Kopenhagen bezocht en dat is mij toen goed bevallen. Oslo bleek perfect te zijn voor een korte stedentrip, want het heeft een compact centrum en het is slechts 1,5 uur vliegen vanaf Schiphol.
Met KLM kwam ik aan op vliegveld Gardemoen, 50 kilometer buiten Oslo. Vanuit daar stond ik na 23 minuten op Oslo Centraal. Je hebt verschillende transportopties, maar ik heb gekozen voor de gewone Vy trein. De Noorse NS. Die kostte €10 minder dan Flytoget Airport Express en was 3 slechts minuten langzamer. Oslo is al duur genoeg, dus hoe meer geld je kunt besparen, des te beter!
Koninklijk en schoon
Mijn hotel bevond zich aan de Karl Johans Gate, dé belangrijkste en duurste winkelstraat van Oslo. Qua bezienswaardigheden lag alles op loopafstand, wat erg fijn was omdat ik slechts twee nachten in Oslo verbleef. Aangezien in Noorwegen de zon eerder ondergaat dan in Nederland, had ik niet veel tijd over om Oslo die middag te verkennen, maar het Kongelige Slott met bijbehorende Slottsparken lag slechts op 700 meter afstand. Het is een mooi gezicht; het statige Koninklijke paleis dat oprijst aan het einde van de straat. Vanaf daar heb je ook een prachtig uitzicht op Karl Johans Gate. Helaas is het gebouw alleen zomers gedeeltelijk te bezichtigen. Onderweg spotte ik ook al indrukwekkende historische bezienswaardigheden, gelegen aan Karl Johan, zoals Storting (parlement), Universitet en Nationaltheatret met zijn mooie standbeelden. Kijk bij Storting even binnen, want er is veel kunst te zien.
Water en vrede
Gedurende mijn wandeling naar de haven viel het mij op hoe schoon Oslo eigenlijk is. Het is overduidelijk waarom de stad verkozen is tot Groene Hoofdstad van Europa 2019. Prachtige groene omgeving, autovrije straten en duurzaamheid. Op 10 december wordt de Nobelprijs voor de Vrede weer uitgereikt in Oslo. Tijdens mijn bezoek stond Nobels Fredssenter helaas nog in de steigers. De ceremonie zelf vindt plaats in Rådhuset, een immens en imposant bakstenen gebouw.
Wat ik ook fijn vond aan Oslo, is het feit dat er een gezellige haven te vinden is in het centrum van de stad. Hier vind je het begin van het 107 kilometer lange Oslofjord. Rondom de haven, Aker Brygge, is ook heel wat te zien. Naast de prachtige standbeelden en authentieke vissersboten, is het fijn om even over de promenade te lopen. De voormalige scheepswerven zijn nu de plek van restaurants en winkelgalerijen. Op de drijvende platformen en op de kade kun je genieten van een dynamisch uitzicht: Akerhus Festning aan de overkant en in het midden van het water een eilandje met een eenzame vuurtoren. Via een brug bereik je het aangrenzende Tjuvholmen. Ook hier vind je mooie moderne architectonische hoogstandjes, met als hoogtepunt het museum voor moderne kunst, Astrup Fearnley Museum.
Voor het eten van verse vis is er geen betere plek dan aan de haven met zicht op het water. Bij Pipervika heb ik dan ook genoten van een broodje verse Noorse garnalen. Het is een prima ‘no nonsense’ restaurant met redelijke prijzen en goed eten.
Kunst en cultuur
De volgende morgen, na een uitgebreid en lekker ontbijtbuffet in het hotel, ging ik met wandelschoenen aan en muts op richting Vigelandspark; een wandeling van zo’n 2,4 kilometer. Onderweg werd ik nog even afgeleid door Uranienborg; een mooie statige Noorse kerk, die zeker een bezoekje waard is. Ik voelde mij net de antichrist, want op het moment dat ik de deur van het schip opende en een stap in binnen zette, verbrak het orgel de ochtendstilte met een dramatisch, doemend klinkend deuntje.
Vigelandspark is een indrukwekkend beeldenpark van Gustav Vigeland. Het park bevat bijna 200 monumentale beelden. Zijn kunst is, echter, alles behalve vrolijk, hoewel het op het eerste gezicht wel zo lijkt. De jeugd van de kunstenaar was alles behalve gemakkelijk en dat zie je terug in zijn werk. Neem de tijd om alles goed te bekijken!
Van hedendaagse kunst naar het vroege verleden; Akerhus Festning. De achthonderd jaar oude vesting staat trots aan het einde van een landtong. Op het moment dat ik het bezocht was het kasteel gesloten, dus heb ik die de volgende dag bekeken. Rondom het kasteel, binnen de muren van het fort, is er genoeg te zien. Er is onder andere een museum gewijd aan Noorwegen’s militaire geschiedenis en een verzetsmuseum. Even gewoon rondlopen is ook zeker de moeite waard; je hebt een prachtig uitzicht op de fjord, haven en eilanden. Trek wel stevige schoenen aan, want de (ongelijke) middeleeuwse keien zijn een uitdaging voor de knieën. Het kasteel en bijbehorende slotkerk vond ik ook zeer interessant om te bezoeken.
Voor een lekkere Noorse lunch kun je terecht bij Elias mat & sånt. Hier heb ik genoten van een rendier pie met een glas biologische appelsap. Ook werd er een gratis fles water en heerlijk brood met boter bij geserveerd.
Operahuis en Oslo Domkirke
Het operahuis in Oslo is een lust voor het oog. Om te laten zien dat er geen kloof bestaat tussen de inwoners van Oslo en haar cultuur, heb je via een hellend pad toegang tot het dak. Vanaf hier heb je wederom een prachtig uitzicht over de stad. Ook kun je vanaf hier de zogenaamde ‘barcode’ gebouwen bewonderen. Bij vorst is het dak wel glad, kijk dus uit! Voordat ik besloot om rond te gaan kijken in het winkelgebied rondom Karl Johan Gate, nam ik een kijkje in de Oslo Domkirke met haar prachtige plafond en glas-in-lood ramen. Verder zijn de nabij gelegen neoromaanse Basarhallene zeker een foto waard.
Voor heerlijke kaneelbroodjes, nou ja, bollen, kun je terecht bij de oudste bakker van de stad; W.B. Samson. Ze kosten omgerekend €4,40 pers stuk, maar dan heb je ook wat. Groot genoeg en niet te zoet. Mocht je een paar mee naar huis willen nemen, ze hebben ook een filiaal op het vliegveld.
Vikingen
Een stedentrip naar Oslo is niet compleet zonder het schier – en museumeiland Bygdøy te bezoeken. Je kunt het bereiken met de bus of veerboot. Vanaf oktober helaas alleen met de bus. Op mijn laatste ochtend in Oslo moest ik keuzes maken en hoewel ik graag het Norsk Folkemuseum had bezocht, was daar simpelweg geen tijd voor. Wel heb ik een bezoek gebracht aan het Vikingskiphuset met haar indrukwekkende Vikingschepen. Het is een klein museum, maar toch de moeite waard om dit essentiële deel van de Noorse geschiedenis te zien.
Eten en drinken
Alles is duur in Oslo, dat is algemeen bekend. Eten en drinken zijn geen uitzondering. Toch ben ik blij dat ik wat leuke adressen heb gevonden en apart eten heb kunnen proberen, zoals rendier. Het viel me in Kopenhagen ook al op; het kleurrijke eten ziet er allemaal supergezond en duurzaam uit. Waar ik erg verbaasd over was, was dat er ook walvis verkrijgbaar was. Toen ik de kans kreeg omdat te proberen, heb ik het wel gedaan. De smaak en consistentie van het vlees waren niet wat ik er van had verwacht. Je bent je ervan bewust dat je walvis eet.
Kaffistova is een adres dat vaak wordt aangeraden; het heeft goed Noors eten voor een redelijke prijs. Voor een kop koffie met wat lekkers en/of een broodje, is Kaffebenneriet een populaire keuze. De keten is op meerdere plekken in Oslo te vinden. Haralds Vaffel is dé plek voor verse Noorse wafels.
Dit bericht bekijken op Instagram
Voor een volgende keer
Vanwege tijdsgebrek kon ik uiteraard niet alles zien. Wat ik wel jammer vond, was dat Nasjonalgalleriet vanwege een verhuizing gesloten was. Graag had ik nog wat werk van Munch en andere meesters willen bewonderen. Gelukkig had ik ‘De Schreeuw’ en ander Munch werk al eens gezien in het Van Gogh Museum. Mocht ik nog een keer richting Oslo gaan, dan is er nog voldoende om te zien en bewonderen, zoals het gebied rondom de rivier Akerselva en het hippe Grünerløkka. Ook Holmenkollen, het ‘groene dak’ van de stad, zou ik graag willen bezoeken.
