Toets "Enter" om naar de inhoud te gaan

MY SRI LANKA STORY – DEEL 1

Di-vers! Vraag mij Sri Lanka in één woord te omschrijven, dan is dat: DI-VERS! Hoewel Sri Lanka (voormalig Ceylon) niet heel groot is -denk Nederland en Belgiё bij elkaar- biedt het een breed scala aan bezienswaardigheden. Indrukwekkende cultuur, wonderschone natuur, mooie wildparken, fijne zandstranden, geweldige surfspots; Sri Lanka has it all! Ik neem je mee op mijn reis, ga je mee?

Hollandse invloed

We zijn gestart in Negombo, een gemoedelijk vissersplaatsje dichtbij de internationale airport (op zo’n 10 km). Negombo is een stuk rustiger dan het veel drukkere Colombo en daarnaast vind je er ook een lang zandstrand. Lekker relaxt bijkomen hier van een lange vlucht dus! Naast de lokale vismarkt vind je er ook overblijfselen uit onze koloniale periode zoals het Hollandse fort, wat nu een gevangenis is, en het nabijgelegen Hollandse kerkje. Ook hebben de Hollanders destijds een kanaal gegraven (wel 120 km lang!), wat nog steeds gebruikt wordt om lokale goederen te vervoeren. Je waant je echt even in Amsterdam bij het zien hiervan!

On the rocks

Iets meer in het binnenland vind je de zogenaamde ‘culturele driehoek’, gevormd door Dambulla en de oude hoofdsteden Anuradhapura en Polonnaruwa. Dambulla staat bekend om haar rock caves met talrijke, goed bewaard gebleven Boeddha-beelden en muurschilderingen. Dambulla is een leuke uitvalsbasis om de rijke historie van Sri Lanka te bezichtigen. Sigiriya, bekend om de Lion’s Rock, ligt hier ook op slechts een half uur rijden.


Gezien de tijd hebben we alleen Polonnaruwa bezocht, gewoon omdat deze iets dichterbij lag dan Anuradhapura en omdat hier de ruïnes, tempels en unieke stoepa’s in een nog betere staat zijn.

In Sigirya hebben we de Pidurangala Rock beklommen in plaats van de Lion’s Rock. Deze is namelijk minder toeristisch en daarbij is de entrance fee ook vele malen goedkoper. Bovendien heb je vanaf de Pidurangala Rock een waanzinnig mooi uitzicht op de Lion’s Rock zelf. Wij hebben de Pidurangala beklommen tegen zonsondergang. Wel even een klim, maar zeker goed te doen (ook voor de niet-sportievelingen onder ons). Het laatste stukje naar boven is ietwat spannender, je hebt er een klein beetje lef voor nodig om die laatste klim te overwinnen. Maar eenmaal de top bereikt, is het uitzicht fenomenaal! Na Instagrammable-waardige foto’s te hebben gemaakt, zijn we -nog voordat de schemer inviel- weer afgedaald. Je wilt namelijk echt niet in het pikkedonker dat spannende stukje afklauteren ….
Tip: kijk goed om je heen als je door dit gebied reist, je kunt zomaar een olifant in het wild spotten! Wij hebben er wel drie gezien, waarvan de laatste gevaarlijk dichtbij, maar supergaaf om te zien!

Boeddha’s tand

Vanuit Dambulla zijn we doorgereisd naar Kandy. Hier hebben we de botanische tuin bezocht, om het meer van Kandy gewandeld en zijn we naar de Temple of the Tooth geweest. Deze tempel is heel belangrijk voor Boeddhisten, omdat hier een tand van Boeddha zou liggen. Driemaal daags wordt er een ceremonie (pooja) met traditionele muziek gehouden.
Tip: drink een goeie kop koffie bij Buono, Sri Lanka kent niet echt een goede koffiecultuur, maar hier smaakt de koffie zeer goed, misschien wel de beste in heel Sri Lanka! Bij Buono verkopen ze ook prachtige, zelfgemaakte artikelen zoals tote bags, kimono’s, kussenslopen etc. De opbrengsten gaan naar een mooi doel, namelijk de Child Action Lanka, dat zich inzet voor een beter leven voor arme, hulpbehoevende jonge kinderen in Sri Lanka (https://childactionlanka.org/).

Vanuit Kandy hebben we de trein richting Nuwara Eliya genomen. Deze epic train ride voert je langs junglegebied, gemoedelijke dorpjes, groene heuvels, watervallen en prachtige theeplantages. Werkelijk prachtig om te zien!
Tip: deze treinreis is heel populair en dus ook altijd heel druk. Zorg dat je van tevoren reserved seats boekt, deze zijn beschikbaar in zowel 1e, 2e als 3e klasse. Wij zaten in de 3e klasse en deze klasse volstaat prima!

Brits erfgoed

Nuwara Eliya, ook wel ‘Little England’ genoemd, staat bekend om zijn typisch Engelse uitstraling.
Hier zie je veel Engels aandoende, koloniale, huizen waarbij je het gevoel krijgt dat je je in een heel ander stukje Sri Lanka waant. Zelf vond ik het ook een beetje iets weg hebben van Duitsland of Oostenrijk, wat misschien een beetje raar in de oren klinkt. Totdat ik op een gegeven moment een Sri Lankaan in lederhosen thee zag serveren in een ‘Engelse’ tuin, dus ik was zo gek nog niet!

In Nuwara Eliya zijn we met een private driver door het wonderschone landschap gereden en hebben we de prachtige Ramboda watervallen bezocht, schitterende viewpoints gezien en een rondleiding gekregen op een van de bekendste theeplantages, de Blue Field Tea Gardens. In de naastgelegen fabriek worden de theeblaadjes verwerkt tot droge theeblaadjes, zoals wij die kennen. Maak je een foto met de kleurrijke theepluksters, geef ze dan wel een kleine bijdrage als gebaar want de lonen zijn er laag en het werk in de hete zon zeer zwaar … Na de rondleiding heb je de mogelijkheid om verschillende soorten thee uit te proberen en ook om thee te kopen natuurlijk, leuk om mee te nemen voor familie en/of vrienden.
Tip: neem warme kleding mee in je koffer; Nuwara Elijah ligt heel hoog in de bergen en is daardoor koeler dan de rest van Sri Lanka. In de avonden kan het zeker wel tot 8 graden koud worden …

Ben je ook benieuwd naar deel twee van My Sri Lanka Story? Lees het hier!

Beeld © Shirley Kasidin
Header Photo by sasha set on Unsplash
Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.